Programma
Omgevingsdienst Brabant Noord
Omgevingsdienst Brabant Noord
Algemene informatie
- Programma: 7. Volksgezondheid en milieu
- URL:www.odbn.nl
- Verantwoordelijk bestuurder: H.J.M.P.M. (Eric) van den Bogaard
- Bestuurlijk vervanger: H.G.W.M. (Harry) van Rooijen
- Veranderingen in het belang van Meierijstad in de verbonden partij: nee
- Soort verbonden partij: Gemeenschappelijke regeling
- Bestuurlijk belang: Vertegenwoordigd in Algemeen Bestuur/Dagelijks Bestuur door wethouder Van den Bogaard
Openbaar belang
De omgevingsdienst voert ten behoeve van de deelnemende gemeenten en provincie taken uit op het gebied van Omgevingsrecht en levert als verlengstuk van het lokaal en provinciaal bestuur een bijdrage aan een schone, leefbare en veilige werk- en leefomgeving van de regio Brabant-Noord. De werkwijze van de omgevingsdienst is gericht op het zoveel mogelijk beperken van de uitvoeringskosten voor overheid en samenleving en het verder optimaliseren van vergunningverlening en toezicht en handhaving.Bijzondere ontwikkelingen/beleidsvoornemens bij de verbonden partij
De ODBN heeft de Gemeenteraden van de deelnemende gemeenten en Provinciale Staten Noord-Brabant gevraagd om hun zienswijzen kenbaar te maken aan het Dagelijks Bestuur van de Omgevingsdienst Brabant Noord (hierna: ODBN) op zowel de ontwerp herziene begroting 2018 als de ontwerpbegroting 2019.
Het opstellen van de begroting 2019 was uitgesteld. De oorzaak was het gesignaleerde tekort van de jaarrekening 2017, gevolgd door een grondige analyse ten aanzien van de oorzaken, voorzien van conclusies en aanbevelingen tot verbetering (de zogenaamde ”Review [financiële] knelpunten ODBN; BMC Advies, maart 2018).
Hierdoor haalde de ODBN de wettelijke en beoogde oplevertermijnen niet.
Zowel de ontwerp herziene begroting 2018 als de ontwerpbegroting 2019 omvat een forse kostenstijging voor de deelnemers. Dit hangt samen met (1) maatregelen met een prijs-effect (het hanteren van kostendekkende uurtarieven), (2) maatregelen met een volume-effect (d.w.z. [a] actualisatie van werkprogramma’s en [b] het doorberekenen van uren ondersteuning primair proces) en (3) het Meerjarig Ontwikkelplan (MJOP).
Meierijstad hecht, als mede-eigenaar van de ODBN (verlengstuk gemeentelijke organisatie) groot belang aan een ODBN:- als robuuste, toekomstbestendige omgevingsdienst die haar taken goed uitvoert en voorbereid is op nieuwe ontwikkelingen (zoals de Omgevingswet);
- die adequaat en met urgentie opvolging geeft aan de aanbevelingen uit de genoemde review;
- die dus de ambitie heeft een naar voren gerichte organisatie te worden/te zijn.
Reden waarom wij de door ODBN voorgestelde maatregelen noodzakelijk en onontkoombaar achten.
Op 8 november 2018 heeft de gemeenteraad. ingestemd om de financiële gevolgen te verwerken in de gemeentebegroting 2018 resp. 2019 resp. de meerjarenraming 2020-2022.De belangrijkste risico’s bij de verbonden partij
Iedere organisatie loopt natuurlijk risico’s. Naast kostendekkende tarieven is er naar aanleiding van de Review een Meerjarenontwikkelingsplan (MJOP) opgesteld met een looptijd van 2018-2020. Dit plan bevat 10 projecten die de komende jaren worden uitgevoerd om tot structurele verbeteringen in de bedrijfsvoering te komen. Gelet op de aangepaste begrotingen 2018/2019 en het vastgestelde MJOP zijn de risico's naar de toekomst toe fors afgenomen.De ODBN streeft ernaar om de onderkende risico’s zoveel mogelijk te ondervangen door het treffen van beheersmaatregelen, het afsluiten van verzekeringen, toetsmomenten in processen in te bouwen en het meer-ogen principe toe te passen. Daarnaast is er een intern controlesysteem waarin steekproefsgewijs dossiers en/of processen worden gecontroleerd.
Om een reëel beeld van de financiële positie van de ODBN op te kunnen maken, wordt ingeschat aan de hand van een percentage hoe groot de kans is dat het risico zich daadwerkelijk voor zal doen. Dit percentage wordt vervolgens gehanteerd als rekenfactor om het benodigde weerstandvermogen te bepalen.
Om een juist beeld van de financiële positie van de ODBN te krijgen, is het noodzakelijk dat helder is met welke risico’s de dienst kan worden geconfronteerd. Het gaat hierbij om de mogelijke uitgaven c.q. inkomsten waarvan de hoogte op voorhand niet kan worden vastgesteld. Voor zover risico’s wel financieel kunnen worden vertaald, zullen daarvoor bedragen van het eigen vermogen worden afgezonderd. Waar mogelijk worden voor potentiële risico’s voorzieningen getroffen. Primair dienen risico’s uiteraard zoveel mogelijk te worden beperkt of te worden voorkomen door zorgvuldigheid van procedures. Het is van belang periodiek een analyse van de risico’s te maken, welke de financiële zelfstandigheid van de dienst in gevaar kunnen brengen..
Onderverdeling risico’s:
Met betrekking tot de inschatting dat risico’s zich voor doen, gaan wij uit van de volgende indeling: risico’s uit juridische procedures en aansprakelijkheid; risico’s op eigendommen; risico’s verband houdende met de bedrijfsvoering. In de ‘Geactualiseerde risicoanalyse per 31 december 2018’ van de ODBN zijn de voornaamste risico’s voor de komende jaren opgenomen. Deze betreffen met name in de uitvoering de planning van de werkvoorraad en het realiseren van minder omzet. Met betrekking tot de organisatie en personeel gaat het om de kwantitatieve mismatch, extra druk op indirecte uren en het aanvullende opleidingsbudget.
De waarde die aan deze risico’s wordt toegekend bedraagt € 2,15 miljoen. De weerstandsratio van de ODBN wordt bepaald door de beschikbare weerstandscapaciteit te delen door het weerstandsvermogen. Per ultimo 2018 bedraagt deze: € 1.923.100 / 2.150.000 = 0,9.Financieel belang
Realisatie 2017
Begroot 2018
Realisatie 2018
Bijdrage van gemeente
1.580.829
1.896.200
1.675.709
Eigen vermogen per 1-1
7.076.700
3.731.100
3.809.300
Eigen vermogen per 31-12
3.809.300
2.731.600
10.552.700
Vreemd vermogen per 1-1
12.781.300
12.297.800
12.158.100
Vreemd vermogen per 31-12
12.158.100
12.203.800
7.570.200
Resultaat
-/- 2.316.600
-/- 765.600
6.743.400
Programma
Stadsgewest 's-Hertogenbosch (alleen stortplaats)
Stadsgewest 's-Hertogenbosch (alleen stortplaats)
Algemene informatie
- Programma: 7. Volksgezondheid en milieu
- URL:
- Verantwoordelijk bestuurder: weth. H. van Rooijen / weth. J. Goijaarts
- Bestuurlijk vervanger:
- Veranderingen in het belang van Meierijstad in de verbonden partij: nee
- Soort verbonden partij: Gemeenschappelijke regeling
- Bestuurlijk belang: Vertegenwoordigd in Algemeen Bestuur door wethouder J. Goijaarts
Openbaar belang
Het Stadsgewest is niet meer echt actief en wordt alleen nog in stand gehouden voor afwikkeling van de Vuilstortplaats De Vlagheide in Schijndel.Bijzondere ontwikkelingen/beleidsvoornemens bij de verbonden partij
De afdichting van de stortplaats is inmiddels afgerond. Door de aannemer van de afdichting is hoger beroep ingesteld tegen de eerder (in arbitrage) gedane uitspraak. De aannemer kan zich echter niet in de uitspraak van de arbiters vinden en heeft hiertegen hoger beroep ingesteld. Tot het moment dat er een onherroepelijke uitspraak is gedaan, bestaat er een theoretische kans dat het Stadsgewest alsnog een aanvullend bedrag aan de aannemer dient te betalen. Het Stadsgewest acht deze kans echter zeer klein en heeft hier dan ook geen voorziening voor opgenomen in de begroting.
Met het oog op de overdracht van de eeuwigdurende nazorg van de voormalige stortplaats aan de provincie Noord-Brabant vindt er al enige jaren tussen het Stadsgewest en de provincie overleg plaats over de hoogte van het (doel)vermogen, dat benodigd is voor de bekostiging van die nazorg. Belangrijk onderdeel in de gesprekken tussen deze partijen is de hoogte van de door de provincie gehanteerde rekenrente en het effect daarvan op het door het Stadsgewest in te leggen doelvermogen. De provincie heeft het voornemen om de huidige rekenrente van 5,06% te verlagen naar 3,65%. Er bestaat over de hoogte van het in te brengen doelvermogen dan ook nog geen overeenstemming tussen het Stadsgewest en de provincie. Indien uiteindelijk het doelvermogen hoger dient te zijn dan oorspronkelijk geraamd dienen de deelnemende gemeenten een aanzienlijke aanvullende bijdrage aan het Stadsgewest te leveren.
Het Stadsgewest zal de nazorg en exploitatie van de voormalige vuilstortplaats de komende tijd niet aan de provincie over te dragen. Partijen zijn in dat verband overeengekomen dat (de nazorg van) de voormalige stortplaats de komende vijf jaren niet wordt overgedragen aan de provincie, waarbij de rekenrente in ieder geval voor deze periode wordt gehandhaafd op 5,06%. Dit betekent dat het Stadsgewest in ieder geval nog wordt gecontinueerd na 2020. Tot in ieder geval 1 januari 2025 zal er door de provincie dan ook geen formele sluitingsverklaring worden afgegeven.
De komende vijf jaren zullen onder meer worden benut om het overleg met de provincie over de hoogte van het doelvermogen voort te zetten en (dus) te bezien of er voor de deelnemende gemeenten goedkopere alternatieven voor eeuwigdurende beheer van de vuilstortplaats bestaan.
Over de nieuwe voorstellen van het Stadsgewest zal in 2019 besluitvorming plaatsvinden. Alsdan zullen ook de financiële consequenties in beeld komen.De belangrijkste risico’s bij de verbonden partij
- Doelvermogen nazorgfonds:
Na de definitieve sluiting van de stortplaats wordt de (eeuwigdurende nazorgverplichting ten aanzien van de) stortplaats overgedragen aan de Provincie. Bij overdracht moet een vermogen zijn overgedragen waaruit de provincie de kosten van nazorg eeuwigdurend kan bekostigen.
De hoogte van de eindwaarde van het doelvermogen wordt in hoge mate bepaald door de gehanteerde rekenrente. Thans is die 5,06 % bepaald. In de laatste voorstellen van de provincie wordt voorgesteld die rekenrente naar 3,65 % te verlagen hetgeen een incidentele hogere bijdrage van de gemeente Meierijstad tot gevolg heeft van ca. € 3 mln.- Beheerskosten
Het voorlopig niet overdragen van de vuilstortplaats aan de provincie en het dus feitelijk langer in stand houden van de beheersorganisatie van het Stadsgewest heeft voor de gemeente Meierijstad financiële consequenties. Als, overeenkomstig voorliggende voorstel van het bestuur van het Stadsgewest, eind 2020 wordt afgerekend moet er eenmalig bijna € 0,7 mln extra in de reeds getroffen voorziening worden gestort. Elk jaar dat het Stadsgewest vervolgens langer blijft bestaan wordt er per jaar rekening gehouden met € 0,12 mln aan te betalen beheerskosten door de gemeente Meierijstad..
Financieel belang
Realisatie 2017
Begroot 2018
Realisatie 2018
Bijdrage van gemeente
p.m.
p.m.
p.m
Eigen vermogen per 1-1
-5.248.000
-5.248.000
- 5.248.000
Eigen vermogen per 31-12
-5.248.000
-5.261.000
Vreemd vermogen per 1-1
7.531.000
5.686.000
5.686.000
Vreemd vermogen per 31-12
5.686.000
5.619.000
Resultaat
0
-13.000
- 111.000
Programma
Gewestelijke Gezondheidsdienst (GGD) Hart voor Brabant
Gewestelijke Gezondheidsdienst (GGD) Hart voor Brabant
Algemene informatie
- Programma: 7. Volksgezondheid en milieu
- URL: www.ggdhvb.nl
- Verantwoordelijk bestuurder: (tijdelijk) M.H.B. (Menno) Roozendaal
- Bestuurlijk vervanger:
- Veranderingen in het belang van Meierijstad in de verbonden partij: nee
- Soort verbonden partij: Gemeenschappelijke regeling
Bestuurlijk belang: Vertegenwoordigd in Algemeen Bestuur/Dagelijks Bestuur door wethouder Witlox
Openbaar belang
De GGD geeft uitvoering aan de wet Publieke Gezondheid. De GGD doet dit in opdracht van de binnen de regio vallende gemeenten. Het beleid van de GGD richt zich op de publieke en preventieve gezondheid; de taken die de overheid op zich neemt om de gezondheid van iedereen te bewaken, beschermen en bevorderen, zonder dat mensen daar altijd om vragen. Daarbij hebben ze extra aandacht voor mensen die meer hulp nodig hebben, bijvoorbeeld omdat ze kwetsbaar zijn of zorg mijden. Samenwerking staat daarbij centraal. De GGD wil haar kennis actief verbinden aan partijen in het sociaal- en veiligheidsdomein en het openbaar bestuur. De financiële voordelen, kwaliteit zorg/dienstverlening en het brede pakket aan diensten zijn argumenten voor gemeenten om deel te nemen aan deze gemeenschappelijke regeling.
Taken GGD:
- Jeugdgezondheid
- Gezondheidsbescherming
- Gezondheidsbevordering en leefstijl
- Monitoren, signaleren en advies
- Toezicht houden
- Publieke gezondheid bij rampen en crises
- Openbare geestelijke gezondheidszorgBijzondere ontwikkelingen/beleidsvoornemens bij de verbonden partij
In de begroting 2018 benadrukt de GGD de verschuiving van het accent in de samenleving van ziekte en zorg naar gezondheid en gedrag. Daardoor krijgt preventie meer aandacht: voorkomen is beter dan genezen. De gemeente heeft hier een belangrijke rol: zij kan zorg en preventie met elkaar verbinden. De GGD helpt en adviseert de gemeente bij de uitvoering hiervan.
De ontwikkelpunten waarmee de GGD in 2018 aan de slag wil, zijn:
- Meer vraaggericht werken
- Meer flexibiliteit, innovatie en maatwerk
- Minder schotten tussen de disciplines in het contact met klanten.De belangrijkste risico’s bij de verbonden partij
De GGD heeft voor 2018 een sluitende begroting gepresenteerd. De begroting is sluitend met een totale exploitatie van € 56,4 miljoen. De meerjarenbegroting geeft een stabiel beeld. De kengetallen laten zien dat de GGD een gezonde financiële positie heeft.Financieel belang
Realisatie 2017
Begroot 2018
Realisatie 2018
Bijdrage van gemeente
2.324.150
2.484.466
2.369.713
Eigen vermogen per 1-1
11.087.000
10.756.000
10.756.000
Eigen vermogen per 31-12
10.756.000
9.276.000
10.147.000
Vreemd vermogen per 1-1
10.334.000
8.902.000
8.902.000
Vreemd vermogen per 31-12
8.902.000
7.889.000
Resultaat
330.000
0
357.000
Programma
Ambulancevoorziening Brabant Midden-West-Noord
Ambulancevoorziening Brabant Midden-West-Noord
Algemene informatie
- Programma: 7. Volksgezondheid en milieu
- URL: www.ravbrabantmwn.nl
- Verantwoordelijk bestuurder: (tijdelijk) H.G.W.M. (Harry) van Rooijen
- Bestuurlijk vervanger:
- Veranderingen in het belang van Meierijstad in de verbonden partij: nee
Soort verbonden partij: Gemeenschappelijke regeling
Bestuurlijk belang: Vertegenwoordigd in Algemeen Bestuur/Dagelijks Bestuur door wethouder WitloxOpenbaar belang
Het openbaar lichaam heeft ten doel het verlenen of doen verlenen van ambulancezorg.
Gemeenten hebben een zorgplicht voor hun burgers en zijn verantwoordelijk voor de bestrijding van ongevallen en rampen. De deelname aan deze regeling draagt bij aan deze zorgplicht.
De RAV bestaat uit twee onderdelen: de ambulancezorg en de meldkamer ambulancezorg die samen 24 uur per dag en zeven dagen per week klaar staan om hulp te verlenen.Bijzondere ontwikkelingen/beleidsvoornemens bij de verbonden partij
Dat de Tijdelijke Wet ambulancezorg (TWAZ) al sinds 2013 van kracht is en onlangs zelfs werd
verlengd tot 1 januari 2021, zegt genoeg over het gecompliceerde karakter van de problematiek
rondom de ordening van de ambulancezorg. Het ministerie van VWS heeft in 2017 onderzoek laten doen naar de mogelijke stelsels van ordening, maar op dit moment is hierin nog geen keuze
gemaakt en het is dan ook nog niet duidelijk of er wel of geen aanbesteding zal gaan plaatsvinden. Tot in ieder geval 1 januari 2021 zal de RAV Brabant Midden-West Noord verantwoordelijk blijven voor uitvoering van de ambulancezorg en ongeacht de keuze van de minister zal de RAV ten minste
moeten voldoen aan de eisen die gesteld worden in de vergunningsvoorwaarden van de Tijdelijke
WET Ambulancezorg.
In de afgelopen jaren kwamen er vanuit de gemeenten veel vragen over de rechtsvorm van de RAV. Door gewijzigde wetgeving zijn zij immers verantwoordelijk voor een organisatie, die geen gemeentelijke taak (meer) uitvoert en waarbij de zeggenschap over beleid en financiering is belegd bij de minister van VWS en de zorgverzekeraars. Omdat er nog geen zekerheid is over welk stelsel voor ambulancezorg gekozen gaat worden, welke rechtsvorm daar het beste bij past én gezien de grote financiële consequenties, heeft het bestuur van de RAV er in 2017 voor gekozen om de landelijke ontwikkelingen af te wachten. Verwacht wordt dat er in 2019 meer duidelijk wordt over de toekomstige kaders. In dat geval zal de rechtsvorm van de RAV heroverwogen worden.De belangrijkste risico’s bij de verbonden partij
Het traject van de Landelijke Meldkamer Organisatie (LMO) heeft serieuze vertraging opgelopen, vanwege technische problemen rondom de opvolger van het huidige communicatiesysteem. Volgens planning kon de overstap naar het nieuwe systeem op zijn vroegst in 2018 gemaakt worden. Begin 2018 maakte de minister van Justitie & Veiligheid de nieuwe projectplanning bekend. Ingebruikname van de nieuwe meldkamer Oost-Brabant in Den Bosch werd eind 2018 verwacht. Voorwaarde is wel dat de door de minister begin 2018 afgegeven projectplanning werd behaald.
Gezien de ontwikkelingen rondom de LMO en het onderzoek van VWS naar het optimale stelsel voor ambulancezorg is het niet ondenkbaar dat op langere termijn ook de RAV-regio’s te maken gaan krijgen met een van hogerhand opgelegde schaalvergroting.Financieel belang
Realisatie 2017
Begroot 2018
Realisatie 2018
Bijdrage van gemeente
0
0
0
Eigen vermogen per 1-1
12.569.000
12.480.000
13.036.000
Eigen vermogen per 31-12
13.036.000
12.453.000
14.079.000
Vreemd vermogen per 1-1
21.192.000
20.539.000
27.307.000
Vreemd vermogen per 31-12
27.307.000
21.893.000
25.687.000
Resultaat
473.000
0
1.053.000
*) De (meerjaren)begrotingen zijn kostendekkend en zonder gemeentelijke bijdrage